Deel 2_200 Jaar klootschieten op en rond de Haarlerheide
“de uitdaging”
Al meer dan 200 jaar wordt op de Haarlerheide, nabij Reutum, de klootschietsport bedreven. Tegenwoordig in verenigingsverband waarbij de klootschieter in sportieve kleding menig wedstrijd schiet. Dat was voor 200 jaren terug en eigenlijk nog vele jaren en eeuwen daarvoor andere koek. In een dikke zwarte lakenvelder broek met daaronder een witte lange onderbroek, een dikke borstrok met hemd of besroen, geitenwollen sokken en natuurlijk met de pet op en op klompen. De wedstrijden vonden eigenlijk alleen maar in de winterse periode plaats. In januari, februari en maart, op de boerderij waren de werkzaamheden dan veel minder. Iedereen kon het dan ook beter wachten. Wedstrijdlocatie waren dan de bevroren heidevelden met onder andere de 3 banen op de Haarlerheide en Lädderken.
Het kon dan ook zo maar zijn dat een buurtschap een ander buurtschap ging uitdagen voor een klootschieterstreffen. Heden ten dage loopt alles volgens competities en programma’s die vooraf zijn gedateerd. Dat was vroeger wel anders, er was geen krant of telefoon wat we nu kennen. Toen, in de vorige eeuwen, was het de veuropscheeter van ieder buurtschap of Marke die het initiatief nam. In ieder buurtschap van Twente was wel bekend wie de sterkste en beste klootschieter was. Deze veuropscheeters wisten elkaar te vinden op de boerderij.
De hele voorbereiding voor een klootschiettreffen had iets sociaals, de samenhorigheid van buurschap, de onoverwinnelijkheid, de tactiek, de locatie en natuurlijk met hoeveel man komt men voor de stok. Die stok van ongeveer 2 meter wordt op de grond gelegd ten teken dat dit de plek is waar de schutter zijn schot aflevert. En natuurlijk werd er nauwkeurig op toegezien dat men er niet overheen ging.
Oud Twentse Courant verslaggever, Dick Schlutter, heeft in 1988 alle oude Twentse Couranten erop nageslagen. Hij heeft vanaf 1862 artikelen over klootschieten in Twente kunnen vinden. Uitdagingen werden aangekondigd met locatie en aantal deelnemers per Marke of buurtschap. En natuurlijk de geldelijke inzet. Vanaf 1883 valt op dat er veel meer wedstrijdverslagen in de Twentsche Courant komen. Dat zal komen doordat er meer kranten werden gelezen in de buurtschappen.
De voorbereiding voor een wedstrijd werd dan in een buurtschap nauwkeurig bestudeert. Welke buurtschap gaan we uitdagen? Wat is wijs, met hoeveel schutters? En wat zal de inzet zijn.? Een “vrije kloot “of een “zetkloot”? Een vrije kloot is dat de tegenstander bepaalt met hoeveel man en aantal schoten per man de wedstrijd wordt verschoten. Bij een zetkloot zit bij de versierde uitdagingskloot (foto 1) een briefje met daarop de gegevens voor de wedstrijd.
De beste buurtschappen wilden vaak de eer aan zich houden en namen vaak zonder te kijken de wedstrijd aan door de uitdagingskloot van het ijzer trekken. Wanneer een buurtschap een ander buurtschap uit ging dagen, dan ging de veuropscheeter met 2-tal buurtschap genoten naar de tegenpartij. Bij de veuropscheeter van de tegenpartij, gewoonlijk op de boerderij werden de mannen al tegemoet gezien. En wist men al dat er wat zat aan te komen. Bij het Los Vuur in de keuken werd koffie aangeboden zoals dat hoorde. Vervolgens kondigde de veuropscheeter aan dat ze de kloot gingen ophangen! Dat werd dan gedaan door een versierde kloot van touwtjes rondom voorzien en deze werd dan onder de Bozum, de schouw, opgehangen met of zonder de voorwaarden op een briefje. Zo ging het in maart 1887 voor Reutum die de klootschieters van Volthe gingen uitdagen. Op 17 maart 1887 stond dit verslag in de Twentsche Courant. De Marke Reutum en Haarle wist dat Volthe heel sterk was met 20 – 25 man. Veuropscheeter Gait Lansink (Gerrit Jan Stevelink) en buurtschap genoten bedachten om met 80 man elk 1 schot de wedstrijd tegen Volthe aan te gaan. Zogezegd dus lopend gaat het gezelschap naar Volthe om de versierde kloot op te hangen met daarbij de voorwaarden op een briefje. Volthe hield de eer aan zich en trok de zetkloot van het ijzer en moest al 2 dagen later de strijd aangaan met 80 man in het veld. Na 75 schoten was het gedaan met Volthe, Reutum had nog 5 man over en won de strijd met 5 schoten voorsprong. De inzet werd omgezet in een kleutjesmoal waarbij veel drank werd genuttigd. Ook kwamen volgens de verslagen uitdagingen van 1 man tegen 1 man voor over 30 of 50 schoten voor. De buurtschap liet dan de beste man naar voren treden, vaak de veuropscheeter. Maar soms maakt dan locatie weer wat uit. Is het alleen maar gooien door de lucht en de kloot loopt weinig uit, of kan deze ook behoorlijk doorrollen. Allemaal tactische omstandigheden. En bedenk dat het op een karrespoor door het veld ging met deels door schapen kort gehouden heidevelden. En dan nog de geldelijke inzet.!
Topper in 1887 staat in een wedstrijdverslag de klootschietstrijd tussen 3 klootschieters uit Rossum tegen 3 schutters uit Tubbergen. De beide Mansboeren (stege) en ’t Look (foto 2 )tegen de 3 Dieksen uit Tubbergen (Foto 3).
Foto 2
Foto 3
Lutke Dieks, Hollink Dieks en Bos Dieks. Beide ploegen moesten 90 schoten schieten. De strijd ging steeds gelijk op onder toeziend oog van een grote menigte publiek. Bij het 90 ste schot lag men bijna gelijk voor de stok. Lutke Dieks en ’t Look moesten het laatste schot leveren. Lutke Dieks bleef ’t Look enkele meters voor en daarmee had Tubbergen gewonnen. Er staat geschreven dat het enthousiasme kende geen grenzen, de hardnekkigste strijd die ooit op Twentse bodem werd gestreden. Maar 40 jaar later, in 1927, het ging iets minder met het klootschieten, werd door een comité Volthe tegen Tubbergen weer uitgedaagd met dezelfde schutters als in 1887 op de Haarlerheide. De 3 Dieksen uit Tubbergen tegen de Mansboeren en ‘t Look uit Rossum. Een zeer grote menigte toeschouwers die dit gade sloeg. Lutke Dieks met 62 jaar de jongste van het stel maar ieder zag nog ferme schoten. Hollink Dieks was nog ouder en had aan kracht ingeleverd, de 3 Dieksen moesten met een kleine nederlaag genoegen nemen.
Maar de hele voorbereiding, de versierde kloot ophangen, de voorwaarden, met hoeveel man wordt er geschoten, de inzet en de locatie, het hoorde allemaal bij het spel. Het ging om Eer en geweten van de buurtschap of Marke
.
Ook in Reutum en Haarle met daarbij ook naburig de Zoeke en het Noordik waren buurtschappen die elkaar uitdaagden. Haarle bestond uit een 10-tal boerderijen met de nodige knechten. Evenzo bij de andere buurtschappen. Het kon zijn dat een goede klootschieter uit een ander dorp of Marke juist als knecht op de boerderij werd aangenomen om wanneer er een klootschietstrijd was te mogen deelnemen voor de buurtschap. Het is zelfs bekend dat een enkele schutter iets meer soldij kreeg om maar met klootschieten te mogen deelnemen. Zou hiermee de transfer met huidig voetbal kunnen worden vergeleken?
Jammer is het dat heden ten dage deze voorbereiding niet meer wordt uitgevoerd. De veuropscheeter is nu een echte voorzitter van een vereniging met zijn statuten en regelementen. Alles vastgelegd. Maar met minder charme. Dat wil niet zeggen dat nu met even veel plezier van de klootschietsport wordt genoten.
In deel 3 komen de 3 gedenkstenen op de Haarlerheide aan de orde
Jan Lammerink